Verduidelijking van een artikel over belastingdruk bij meer werken

16/11/2022

Verwar overwerk niet met structureel meer werken is de boodschap

In onze digitale nieuwsbrief 20 is een artikel gedeeld over “meer werken nog minder interessant dankzij kabinet”. Dit artikel heeft enige nuance nodig, vandaar dit bericht.

Op Prinsjesdag werd de miljoenennota met de plannen voor 2023 qua begroting, inkomsten en uitgaven voor de overheid, gepresenteerd in het Belastingplan. Daarbij komen automatisch o.a. de inkomsten, die geheven worden via de inkomstenbelasting, ter sprake.

Ook is er veel gesproken over de vele vacatures in dit land en de wens om meer parttime werkenden uit te dagen om meer uren te gaan werken, mede omdat hiermee een deel van de vacatures opgelost wordt.

 

Na presentatie van de Miljoenennota gaan tal van organisaties hier doorrekeningen op doorvoeren en presentaties van maken om de burger te laten zien wat die plannen nu concreet voor de portemonnee betekenen, immers dát is juist hetgeen waar we allemaal zo benieuwd naar zijn.

Weet wel dat diverse onderdelen en onderwerpen bij elkaar vallen onder de noemer “belastingdruk”, maar dat belastingdruk niet enkel over de inkomstenbelasting gaat maar ook om de toeslagen en andere fiscale regelingen.

 

Voor onze (met name in loondienst werkende) leden is het van belang zich te realiseren dat de plannen van het Kabinet voor 2023 allereerst een verlaging van de inkomstenbelasting tot doel hebben.

Dit betekent onder andere:

-een verlaging van het percentage inkomstenbelasting in schijf 1 van 37,07% naar 36,93%, schijf 2 blijft 49,5%

-een verhoging van het belastbare inkomen dat in schijf 1 belandt (voor de jonger dan AOW-ér) van

€ 69.398,= naar € 73.031,=

-een verhoging van de algemene heffingskorting en van de arbeidskorting.

 

De bedragen kun je terugvinden via onderstaande link:

https://www.pwc.nl/nl/belastingplan/documents/factsheet-belastingcijfers-2023.pdf (blad cijfers particulieren!)

 

Wat betekent dit voor jouw loon en voor jouw overwerk:

Het loon van onze leden zit in schijf 1, gemiddeld heeft een machinist een inkomen van rond de

€ 35000,= á € 40.000,=, uitzonderingen daargelaten. Je werkgever moet via de loonheffing een bedrag op je loon inhouden van wat je naar verwachting zou moeten betalen aan inkomstenbelasting en dit is dan een voorheffing. Pas achteraf, na afloop van het jaar, kom je er via de aangifte inkomstenbelasting achter of die voorheffing precies goed, te veel of te weinig is geweest.

 

Of je je recht op heffingskortingen (voor zover mogelijk) alvast wilt laten verrekenen op je loon, heb je al bij indiensttreding moeten melden aan de werkgever/inhoudingsplichtige. Dus als je kijkt naar het netto loon wat je overhoudt, dan is daarop bij toepassing van de heffingskorting, minder op ingehouden dan die 37,07&% die feitelijk geldt.  Maar als je andere zaken betaald krijgt die buiten je periodieke loon vallen, zoals vakantiegeld, transitievergoeding, overuren etc, wordt daarop altijd veel meer aan loonheffing ingehouden. In 2022 is dit vaak de optelsom van 37,07% inkomstenbelasting + 6,007% afbouw algemene heffingskorting + maximaal 5,86% afbouw arbeidskorting, is totaal 48,94%. (minimaal bedraagt dit 32,53% en maximaal 55,36% in 2022). Dat maximale tarief van 55,36% is alleen aan de orde voor mensen die meer dan € 69.399,= per jaar verdienen. Dit afbouwpercentage via bijzonder tarief is zoveel hoger omdat jouw uiteindelijke recht op de hoogte van de arbeidskorting en algemene heffingskorting wordt bepaald door de hoogte van jouw inkomen in box 1 (het inkomen uit werk en woning).

Zo is het dat je in 2022 bij een inkomen rond de € 36.650,= het maximale aan arbeidskorting opbouwt en zodra je inkomen hoger wordt, dan bouwt dit bedrag langzaam af. Een zelfde iets gebeurt met de algemene heffingskorting. In 2022 zit je met een inkomen van € 21.317,= op de top en naarmate je meer verdient, gaat dit bedrag glijdend omlaag. Die twee heffingskortingen die afbouwen naarmate je meer verdient, zorgen ervoor dat je bij zaken als overwerk en vakantiegeld etc. dus veel meer aan loonheffing ingehouden ziet.

 De verwachting is dat dit percentage bijzonder tarief in 2023 niet extreem gaat afwijken van de huidige percentages. Aan de ene kant is en blijft er een belastingverlaging van 37,07% naar 36,93%.

Echter bij zaken die via bijzonder tarief worden belast, gaat het percentage ophoging (max 11,87% in 2022) wel stijgen want de arbeidskorting stijgt dus, maar het afbouwpercentage daarmee ook van maximaal 5,86% naar 6,51%. En de algemene heffingskorting stijgt ook, maar daarmee tevens ook het percentage van afbouw naar 6,095%. Dit in totaal maakt dat de extra heffing op overwerk voor de inkomens tussen de € 37.626,= en de € 73.031,= naar alle waarschijnlijkheid rond de 36,93% + 12,61% is 49,54% zal bedragen.

 

https://www2.deloitte.com/nl/nl/pages/tax/articles/belastingplan-2023-loonbelasting-inkomstenbelasting-wijzigingen-in-tarieven-en-heffingskortingen.html  (tabel arbeidskorting)

 

Wat heeft nu de commotie veroorzaakt dat de belastingdruk in totaal gaat stijgen voor de middeninkomens:

-voor een deel dus door die stijging van het percentage bijzonder tarief/afbouw heffingskortingen maar ook:

- door de voorgenomen afschaffing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting per 2025;

- door de verlaging van de zelfstandigenaftrek en de afschaffing van de FOR per 2023;

- de hypotheekrente wordt ook gemaximeerd op het basistarief van 36,93% in 2023;

- de middelingsregeling wordt afgeschaft per 2023 (laatste tijdvak mogelijkheid dan 2022 t/m 2024);

- voor 2025 is het plan om de hoogte van de algemene heffingskorting niet meer te laten bepalen door het inkomen in alleen box 1, maar ook box 2 en box 3 erbij te betrekken (verzamelinkomen);

 

En de belastdruk op meer werken:

Ook wil het Kabinet de armoede in Nederland tegemoet komen met onder andere een stijging van de toeslagen (waaronder de zorgtoeslag, maar ook de huurtoeslag en het kind gebonden budget). Aan de andere kant willen ze mensen die nu parttimer zijn, bewegen om meer te gaan werken. Door meer inkomen zakt of vervalt het recht op de toeslagen. Er zijn voorbeeld berekeningen gedaan waarbij een fictief persoon € 1000,= per maand meer zou gaan verdienen en daarop netto maar

€ 130= per maand op vooruit zou gaan. Dit noemen ze een belastingdruk van 87% maar die wordt veroorzaakt door wel meer dan alleen maar de inkomstenbelasting, immers de vervallende toeslagen werden hierin ook meegenomen. In onderstaande tabel wordt dat heel inzichtelijk doorgerekend.

 

Tabellen marginale druk pakket Belastingplan 2023 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

 

(bron: PWC,  Deloitte en Nibud)