Uit de praktijk: Niets aan de hand

27/02/2024

foto: RDNE Stock project

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je de meest uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

 

Maak kennis met Joost. Een vrolijke jongeman die altijd voor iedereen klaar staat. Hij is gek op dieren en gaat er graag met zijn twee honden op uit. Zijn grootste hobby is gitaar spelen. Hij is lid van een bandje. Niets bijzonders hoor, maar hij heeft er lol in om met een groepje vrienden muziek te maken. En sinds zes maanden is Joost trotse papa van een zoontje. Hij kan niet wachten tot het kind kan lopen, want zijn eerste verjaardagscadeautje wordt een voetbal. Oja, in het dagelijks leven werkt Joost op een opslagterrein voor machine-onderdelen. 

Hij is vroeg van school gegaan, want leren was niets voor hem. En voor dit werk is geen diploma nodig. Hij houdt bij wat er allemaal aan onderdelen op het terrein aanwezig is en zorgt dat alles netjes en toegankelijk blijft. Hij heeft het geweldig naar zijn zin en verdient er voldoende mee om een leuk leven te leiden. In deze maanden van het jaar is het op het werk wat drukker dan normaal. Door het weer is er minder werk, dus liggen er meer onderdelen op het terrein. Dat is dan ook altijd de periode dat alles onderhouden en – waar nodig – gekeurd wordt. Dus is het nog belangrijker dat het terrein goed opgeruimd blijft. Alles wat al goed gekeurd is aan de linkerkant, alles was nog onderhoud moet krijgen en gekeurd moet worden aan de rechterkant. En dan ook weer alles op soort bij elkaar. Bovendien moet Joost goed toezicht houden, want de collega’s die normaal met hun machine verhuurd worden, lopen nu op het terrein rond en zijn niet allemaal zo opgeruimd als Joost. Zoals gezegd staat Joost voor iedereen klaar en is nooit te beroerd om een handje te helpen. Dus toen een collega hulp vroeg met het verplaatsen van onderdelen was Joost de eerste die paraat was. 

Tientallen onderdelen die gekeurd waren moes ten worden verplaatst. Sommige met een mobiele hijskraan, andere met de hand. Joost en zijn collega waren er druk mee tot het plotseling fout ging. Bij het stapelen van materiaal kwam de hand van Joost klem te zitten en hij gilde het uit. Gelukkig werd hij snel bevrijd en zijn hand werd goed bekeken. Hij kon zijn vingers nog bewegen en er was geen bloed te zien. Natuurlijk deed het zeer, maar het was nog maar net gebeurd. “Nee hoor,” verzekerde Joost zijn collega’s, “er is niets aan de hand.”

 

Pijnlijke nacht

Joost was na het ongevalletje dapper door blijven werken, maar had wel gemerkt dat zijn hand steeds pijnlijker werd. De hand begon ook wat dik te worden. Hij was niet ongerust, maar het was wel heel vervelend. Naarmate de dag verstreek werd het steeds erger, dus nam hij ’s avonds voor het slapen gaan een pilletje tegen de pijn. Wonderlijk genoeg viel hij meteen in slaap, maar halverwege de nacht werd Joost wakker. Zijn hand klopte en hij verging van de pijn. Met zijn gezonde hand knipte hij het bedlampje aan en zag tot zijn schrik een dikke hand met ook nog eens een dikke bult erop. Hij kon niet meer alle vingers bewegen en de hand was niet blauw, maar pimpelpaars. Op zijn tanden bijtend hield Joost het tot ’s morgens vol. Maar zodra het buiten licht begon te worden, liet hij zich door zijn vriendin naar de eerste hulp rijden. Het was stil in deze vroege ochtend dus Joost werd snel geholpen. Zijn vriendin was terug naar huis gegaan, want de kleine kon natuurlijk niet alleen thuisblijven en er uren mee in het ziekenhuis zitten was ook niets. Dus Joost sloeg zich dapper alleen door alle onderzoeken heen. En wat bleek? Hij had een scheur in een spier en een gebroken middenhandsbeentje. Hij kreeg de opdracht zijn hand rust te geven tot de zwelling weg was en daarna werd zijn hand in het gips gezet. Vervelend, maar het was niet anders. Gelukkig kon Joost na een week of zes weer aan de slag. Op zijn eerste werkdag diende hij meteen een declaratie in bij zijn leidinggevende. Die keek hem aan of hij gek geworden was. Maar Joost had op internet gelezen dat de schade van een bedrijfsongeval voor rekening van de werkgever was, vandaar de declaratie. De werkgever was het absoluut niet eens met Joost en werd er zelfs boos over. Dus belde Joost met HZC. Daarmee werd duidelijk dat Joost wel gelijk had, maar dat het zo makkelijk niet ging. Met goedvinden van Joost begon de rayonbestuurder van HZC met het aansprakelijk stellen van de werkgever.

 

Dikke bult, eigen schuld?

Het ongeval vond plaats op het werkterrein en was tijdens het werk gebeurd, dus was de werkgever aansprakelijk voor de door Joost geleden schade, aldus de rayonbestuurder. Zoveel schade was het niet. Het ging vooral om het eigen risico van de zorgverzekering, de eigen bijdrage van medicijnen en kilometervergoeding van ziekenhuis en fysio bezoeken. Maar toch deed de werkgever moeilijk. Volgens hem had Joost niet volgens de regels gewerkt en daarmee was hij zelf verantwoordelijk. Het werd een hele discussie tussen de werkgever en de rayonbestuurder, waardoor de rayonbestuurder eigenlijk niet anders kon dan de letselschade-advocaat te raadplegen. Maar dat zou meer gaan kosten dan de schade groot was. Dus besloot de rayonbestuurder nog één poging te wagen en ging langs bij de werkgever. Persoonlijk contact doet vaak meer dan brieven, dat bleek ook hier maar weer. Tijdens een kop koffie liet de rayonbestuurder zien dat in de wet is bepaald dat ‘als de werknemer tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade ervaart, hij of zij niet aansprakelijk is, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.’ Opzet of bewuste roekeloosheid was hier niet aan de orde. Een domme fout maken of achteloos of onvoorzichtig zijn hoort bij het werk en komt voor risico van de werkgever. Gelukkig was dit voor de werkgever voldoende en besloot hij de schade te vergoeden. Eerlijk gezegd was het geen eind goed, al goed. Al was het geen ‘dikke bult, eigen schuld’, Joost kon niet meer onbevangen iedereen te hulp schieten. Dat kwam niet zozeer door de reactie van de werkgever, maar meer door Joost zelf. Die dacht: wat als mijn hand onherstelbaar was beschadigd. Dan had ik nooit meer gitaar kunnen spelen. En had ik mijn kind dan nog wel in de lucht kunnen houden? Joost bleef behulpzaam, maar dacht wel drie keer na voordat hij iets deed. Want ook onvoorzichtig zijn kan grote gevolgen hebben.

 

Wil je meer weten? Lees dan ook eens het artikel Aansprakelijkheid, waar moet je op letten?

 

Dit artikel is ook gepubliceerd in het HZC Vakblad De Machinist 1-2024

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl