Misbruik concurrentiebeding wordt niet aan banden gelegd

20/03/2024

Het is positief dat de regels rondom het concurrentiebeding worden verbeterd, maar dit gaat onvoldoende effect hebben om het aantal concurrentiebedingen terug te dringen, dat schrijven VCP, FNV en CNV in reactie op het wetsvoorstel om het concurrentiebeding te moderniseren.

Ook wordt in het wetsvoorstel het vervallen van het concurrentiebeding bij faillissement en ontslag tijdens de proeftijd gemist. “Werknemers zullen alsnog onnodig beperkt worden in de vrije arbeidskeuze”, zegt VCP-voorzitter Nic van Holstein.

 

Verplichte vergoeding 

Het wetsvoorstel bevat nauwelijks prikkels om het gebruik van concurrentiebedingen een halt toe te roepen, terwijl dat hard nodig is. Uit onderzoek van Panteia blijkt dat het gebruik van het concurrentiebeding bijna is verdubbeld. Het beding wordt meestal standaard toegepast en bij één op de drie werkgevers zelfs oneigenlijk gebruikt om uitstroom van personeel te voorkomen. VCP, FNV en CNV pleiten daarom voor een vergoeding bij het aangaan van een concurrentiebeding in plaats van bij het inroepen aan het einde van het contract, zoals nu wordt voorgesteld. “Werkgevers worden dan meer geprikkeld om een goede afweging te maken of een concurrentiebeding wel echt nodig is, in plaats van standaard toe te passen”, zegt Van Holstein.

 

Faillissement en ontslag proeftijd

Ook is het volgens VCP, FNV en CNV een gemiste kans dat een concurrentiebeding bij faillissement en ontslag tijdens de proeftijd niet komt te vervallen. Een werknemer komt in beide gevallen op straat te staan en heeft een groot belang om snel werk te vinden. “Bij faillissement heeft een concurrentiebeding geen doel meer en bij ontslag tijdens de proeftijd heeft een werknemer amper kennis van de organisatie kunnen opdoen. Een concurrentiebeding schiet hier volledig zijn doel voorbij, terwijl het voor de werknemer een enorme belemmering is in de zoektocht naar werk”, zegt Van Holstein.

 

Inhoud wetsvoorstel

De maatregelen die worden voorgesteld zijn: een verplichte vergoeding wanneer de werkgever een beroep doet op het concurrentiebeding aan het einde van het contract van tenminste 50 procent van het maandsalaris, ook een motiveringsplicht bij contracten voor onbepaalde tijd voor de werkgever, het concurrentiebeding moet geografisch worden afgebakend en een beperking in de duur van het beding tot maximaal 12 maanden. Het is positief dat er stappen worden gezet, maar echte maatregelen om het gebruik van het concurrentiebeding terug te dringen worden door de werknemersorganisaties gemist.

 

Bron: VCP